Fiscale aftrekposten
Wie als ondernemer in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: IB) wordt aangemerkt, kan van een aantal fiscale voordelen genieten. Zo mag de IB-ondernemer diverse bedragen aftrekken van de winst vóór belastingheffing, zodat deze lager uitvalt. De te betalen belasting wordt daardoor ook lager. De bedragen die de IB-ondernemer mag aftrekken zijn onder meer:
- zelfstandigenaftrek: in 2016 bedraagt deze € 7.280,-
- startersaftrek: alleen de eerste drie jaar en in 2016 bedraagt deze € 2.123,-
- MBK-winstvrijstelling: in 2016 bedraagt deze 14% van de winst na aftrek zelfstandigen- en eventueel startersaftrek
- kleinschaligheidsinvesteringsaftrek: aftrek naar gelang de hoogte van de investering. De investering moet in 2016 tenminste € 2.301,- bedragen
- oudedagsreserve: in 2016 bedraagt deze 9,8% van de winst tot maximaal € 8.774,-
Om deze fiscale voordelen te kunnen genieten, moet de ondernemer wel worden aangemerkt als IB-ondernemer. Dit staat los van de BTW. Een zelfstandige die BTW-plichtig is, maar niet voldoet aan de voorwaarden voor het IB-ondernemerschap, is dus geen ondernemer voor IB. Deze zelfstandige mag geen gebruik maken van de aftrekposten zoals hiervoor bedoeld.
Wet DBA en IB-ondernemerschap
Het is een misverstand om te denken dat met de komst van de Wet DBA en de modelovereenkomsten, de criteria om te worden aangemerkt als IB-ondernemer komen te vervallen. Deze criteria blijven gewoon bestaan. Het enige dat hier door de modelovereenkomst aan toe wordt gevoegd, is de constatering dat er voor de specifieke opdracht waarop de gesloten modelovereenkomst betrekking heeft, geen sprake is van een loondienstverband. Dat staat dus los van de andere activiteiten van de ondernemer. Voor de beoordeling of een ondernemer wordt aangemerkt als IB-ondernemer, kijkt de Belastingdienst naar het totaal van de opdrachten van de ondernemer. In dat verband is het andersom dus ook mogelijk dat een ondernemer wordt aangemerkt als IB-ondernemer, terwijl een door hem gesloten modelovereenkomst voor één specifieke opdracht door de Belastingdienst wordt aangemerkt als een loondienstverband. Om die reden is het voor ondernemers van belang dat iedere gesloten modelovereenkomst voldoet aan de criteria om een loondienstverband uit te sluiten. Hiermee voorkom je dat je achteraf voor een deel van je werkzaamheden toch als loonbelastingplichtig wordt aangemerkt.
Criteria IB-ondernemerschap
Winst
Om te worden aangemerkt als IB-ondernemer moet je deelnemen aan het economisch verkeer en daarbij de verwachting hebben winst te genereren. Er moet sprake zijn van een bron van inkomsten. Hobbymatige activiteiten leiden dus niet tot IB-ondernemerschap, ook niet als die hobby inhoudt dat er btw-belaste prestaties worden verricht.
Zelfstandigheid
Om als IB-ondernemer te worden aangemerkt moet je zelfstandig je werkzaamheden en de inrichting van je onderneming kunnen bepalen. Indien een ander dit voor je doet, wordt je niet als zelfstandig ondernemer aangemerkt.
Investeringen
Een ander aspect is of er kapitaal in de onderneming aanwezig is en of je investeert. Bijvoorbeeld in een website, computer of bedrijfsruimte maar ook in het opbouwen van een netwerk.
Reclame maken
Als IB-ondernemer moet je je naar buiten toe als zelfstandige presenteren. Je mag wel incidenteel onder de naam van een ander werken, bijvoorbeeld als lid van een coöperatie, maar je moet ook jezelf en je eigen bedrijf profileren. Een goed begin daarvoor is het bouwen van een website waarmee je je bedrijf presenteert.
Tijd
Om als IB-ondernemer te worden aangemerkt, moet je voldoen aan het zogenaamde ‘urencriterium’. Dit betekent dat je op jaarbasis tenminste 1.225 uren aan de onderneming moet besteden. Dit is circa 3 dagen per week. Ook de niet-declarabele uren, waaronder reistijd, het doen van acquisitie en het bijhouden van de administratie tellen mee. Indien je voldoet aan het urencriterium, maar dit geen winst oplevert, voldoe je niet aan alle voorwaarden voor het IB-ondernemerschap en ben je dus geen IB-ondernemer.
Aantal opdrachtgevers
Des te meer opdrachtgevers je hebt, des te minder je afhankelijk zult zijn van één opdrachtgever. Dit vergoot je zelfstandigheid. Er is geen precies aantal opdrachtgevers te noemen dat je moet hebben om als IB-ondernemer te worden aangemerkt. Veelal wordt als vuistregel aangehouden tenminste drie tot zeven opdrachtgevers. Daarbij is echter ook van belang hoeveel omzet je per opdrachtgever genereert; indien dat niet evenwichtig verdeeld is, kan er alsnog een afhankelijkheid van één of meerdere opdrachtgevers bestaan, waardoor je minder zelfstandig bent.
Ondernemersrisico
Je moet zelf het risico lopen dat je klanten niet betalen. Indien je via een bemiddelaar werkt die het debiteurenrisico van jou overneemt en jou altijd betaalt, ongeacht of de klant betaalt, ben je mogelijk geen IB-ondernemer. Daarnaast moet je de effecten van de markt voelen; als er meer of of minder vraag naar jouw producten of diensten is, is dat merkbaar in het aantal opdrachten dat je doet en dus in hoeveel je verdient.
Schulden
In het verlengde van het vorige criterium geldt dat je aansprakelijk bent voor schulden van de onderneming. Indien je hebt geïnvesteerd en er is tijdelijk minder vraag naar jouw product of dienst, heb je mogelijk een probleem omdat je de investering niet of niet direct kunt aflossen. Dit risico moet volledig op jou terechtkomen om te worden aangemerkt als ondernemer.